4. Waarop moet je letten bij het maken van een presentatie?
- Een overzichtsdia
- Denken in beelden
- K.I.S.S principe (Keep it simple, stupid)
- Contrast en kleurgebruik
- Leesbaarheid
- 📝 Groepspresentatie
- 📝 Presentatie over je zelf
Een overzichtsdia
Het is een goed idee om als eerste of tweede dia een overzichtsdia te tonen.
Deze dia legt uit welke onderwerpen je zal bespreken in de rest van de presentatie.
Zo heeft het publiek al een idee wat ze kunnen verwachten.
Denken in beelden
Bij het maken van een presentatie moet je er rekening mee houden dat je meer kan tonen dan enkel tekst.
Dit kan vaak helpen je presentatie veel duidelijker te maken.
Voorbeeld 1: Stappenplan
Neem bijvoorbeeld deze dia:
Deze dia legt een stappenplan uit waarin er in een bepaalde stap een keuze moet gemaakt worden.
Maar op de manier dat het hier is voorgesteld is dit niet direct duidelijk.
We kunnen het stappenplan op een grafische manier weergeven zodat de keuze die gemaakt moet worden direct opvalt.
Bijvoorbeeld zo:
Voorbeeld 2: Vergelijken van dieren
Om de eigenschappen van katten en honden te vergelijken zouden we een dia maken waarin alle gezamenlijke en verschillende eigenschappen op opgesomd staan.
Zoals deze dia bijvoorbeeld:
Maar op deze manier is het niet snel duidelijk welke eigenschappen enkel voor honden of katten zijn en welke gelden voor beide dieren.
We zouden dit beter grafisch kunnen voorstellen aan de hand van een Venn diagram bijvoorbeeld.
Nu kunnen we snel zien welke eigenschappen bij welk dier horen.
Belangrijk: Denken in beelden betekent dus niet gewoon overal foto's bij plaatsen.
Het betekent je dia op een grafische manier voorstellen zodat ze makkelijker te verstaan is dan wanneer je enkel tekst zou gebruiken.
K.I.S.S principe (Keep it simple, stupid)
Het K.I.S.S. principe komt in veel verschillende sectoren voor.
In het geval van presentaties maken betekent het dat we onze dia's niet te moeilijk mogen maken.
Dit doen we door:
- Niet te veel tekst op onze dia's te zetten (de 1-6-6 regel genoemd)
- Onze tekst aan te passen aan ons publiek
De 1-6-6 regel
Deze regel zegt dat we niet te veel tekst op onze dia's mogen zetten.
Een presentatie dient als ondersteuning van een voordracht.
Dia's moeten dus niet veel tekst bevatten, de meeste uitleg zal komen van wat de presentator zegt.
De cijfers betekenen het volgende:
- 1 Onderwerp per dia
- Maximum 6 zinnen per dia
- Maximum 6 woorden per zin
Deze dia volgt de 1-6-6 regel niet:
De dia heeft meerdere zinnen en veel van de zinnen bevatten meerdere woorden.
Het publiek van deze presentatie zal te veel aandacht verliezen door de hele tekst te proberen lezen en zullen minder aandacht hebben voor wat de presentator aan het uitleggen is.
Het had beter geweest om een paar belangrijke delen uit de tekst te halen en deze in een kleine opsomming te zetten.
De rest van de uitleg kan dan verteld worden door de presentator.
Een beter voorbeeld:
Het taalgebruik aanpassen aan je publiek
De taal en woorden die je gebruikt in je presentatie en op je dia's moet natuurlijk taalgebruik zijn dat je publiek verstaat.
Als een wetenschapper een bepaald onderwerp zal uitleggen aan andere wetenschappers zal die moeilijkere woorden gebruiken dan wanneer hij dat moet uitleggen aan een klas van middelbare school leerlingen.
Let dus op dat je:
- Een taal gebruikt die je publiek verstaat.
Nederlands spreken tegen een Franstalig publiek zal niet nuttig zijn. - Geen dialect gebruikt.
Niet elk dialect gebruikt de zelfde woorden.
Als een West-Vlaming een presentatie geeft over "e seule en e stutte", weet jij dan waarover het gaat? - Geen jargon (vaktaal)
Vele beroepen gebruiken een eigen woordenschat of vaktaal.
Als je een presentatie geeft voor collega's kan je gerust jargon gebruiken want je collega's kennen deze woorden.
Maar als je iets moet uitleggen aan een klant zal je misschien andere woorden moeten gebruiken omdat de klant je jargon niet kent.
Kortom, je moet dus weten wie je publiek zal zijn en je moet dus je taalgebruik daarop afstemmen.
Een voorbeeld:
Deze dia kan je niet gebruiken in een klas van middelbare school leerlingen omdat de niet alle woorden zullen begrijpen die hierop staan.
Maar als je de zelfde dia zou gebruiken voor een zaal vol oude priesters dan zal je geen probleem hebben.
De priesters kennen Latijn en hebben meer kennis van bepaalde woorden die binnen hun beroep gebruikt worden.
Deze dia die het zelfde zegt kan je dan weer wel gebruiken voor een klas leerlingen:
Het taalgebruik is aangepast aan het publiek.
Animaties en dia overgangen
Als je animaties en dia overgangen gebruikt, let dan op de volgende dingen:
- Gebruik niet te veel verschillende types animaties of overgangen door elkaar.
- Gebruik niet te veel animaties op 1 dia
Een goede leidraad is: Kies 1 overgang en blijf deze gebruiken doorheen je presentatie.
Kies 1 of 2 types animaties en blijf deze zelfde gebruiken doorheen je presentatie.
Contrast en kleurgebruik
Contrast duidt het verschil aan tussen 2 kleuren.
Hoe dichter de kleuren bij elkaar liggen hoe moeilijker ze te onderscheiden zijn.
Daarom is het dus belangrijk om rekening te houden met de kleur van je tekst en je achtergrond.
De kleuren mogen niet te dicht bij elkaar liggen, anders wordt de dia moeilijk om te lezen.
Bekijk onderstaande voorbeelden, de tekst is zeer moeilijk leesbaar.
Hier had de oplossing geweest om de tekstkleur donkerder te maken.
Of om de achtergrond heel donker te maken, zodat de felle gele tekst duidelijker leesbaar zou zijn.
Hier had het beter geweest om de tekst wat donkerder te maken en de achtergrond wat lichter of doorzichtiger
Leesbaarheid
De tekst op je dia's moet zo goed mogelijk leesbaar zijn.
Hiervoor moet je op een paar dingen letten
Lettertype
Kies een lettertype dat makkelijk leesbaar is.
Meng ook niet te veel verschillende lettertypes door elkaar.
De dia hierboven volgt deze regels niet.
Uitlijning
Uitlijning duidt aan waar de tekst gealiëneerd staat. Links, rechts of in het midden van de dia.
In de dia hierboven is het niet duidelijk dat de 3 laatste puntjes eigenlijk onder het punt "Zette zich in voor" horen.
Tekstgrootte
Let er ook op dat je tekst groot genoeg is.
Mensen die achteraan de zaal zitten zullen op deze dia niet veel kunnen lezen.
📝 Groepspresentatie
Deze oefening zal volledig online plaatsvinden.
Je krijgt een partner toegekend waarmee je samen een presentatie zal maken met de online versie van powerpoint.
Je communiceert alleen via de chat! Je praat niet in de klas.
Met de online versie van powerpoint kan je samen tegelijk een presentatie maken.
Als de ene persoon iets bewerkt dan zal de andere persoon deze wijzigingen ook onmiddelijk zien.
Wie is je partner?
- Ga naar https://teams.microsoft.com/ en log in met je schoolaccount.
- Klik links op Teams
- Kies het team waar "ICT 3e jaren" in de naam staat
- Links onder kanalen zie je een kanaal staan.
- Klik op dat kanaal (Niet het kanaal Algemeen, maar het andere).
- Als je niets ziet kan je op de knop Nieuw gesprek klikken.
Je kan nu met elkaar chatten!
Vereisten
Je kiest samen met je groepspartner een onderwerp uit om een presentatie over te maken.
Je presentatie moet voldoen aan de volgende eisen:
- Ze houdt rekening met de regels van een goede presentatie.
- 1 overzichtsdia met koppelingen naar de juiste dia's.
- 7 Inhoudsdia's die je zelf kiest. Deze dia's gaan over je gekozen onderwerp.
- Elk van deze objecten moet minstens 1x voorkomen in je presentatie.
- Afbeeldingen
- Video's
- Opsommingen
- Koppelingen
- Geef je presentatie een mooie opmaak.
Gebruik ook kleuren, afbeeldingen of video's als achtergrond.
Zie dat je overeen komt met je partner over de opmaak. - Voorzie ook weer notities bij elke dia.
Deze notities houden de tekst in die jullie zullen zeggen bij het tonen van deze dia.
Verschillen met de offline versie van Powerpoint
- Je kan enkel koppelingen maken naar websites, niet naar dia's in de presentatie.
Leg dus bijvoorbeeld links naar de webpagina's waar je je info hebt gevonden.
📝 Presentatie over je zelf
Vereisten
- Een titeldia met daarop:
- Je naam
- Schooljaar
- Naam van de school
- Klas
- Een overzichtsdia
- Hierop benoem je welke onderwerpen aan bod zullen komen in je andere dia's.
- Leg hyperlinks van deze dia naar de andere dia's.
- Maak 5 inhoudsdia's
- Deze dia’s lichten elks een ander onderdeel van jou toe.
Voorbeelden van mogelijke onderdelen:- Je hobby’s en interesses
- Je afkomst
- Je familie
- Je vrienden
- Je toekomstplannen
- Je favoriete gerechten
- Je favoriete artiesten/zangers
- Iets anders over jezelf
- Schrijf bij elke dia in de notities ook wat je juist gaat vertellen wanneer de dia getoond
wordt. Je hele presentatie moet ongeveer 5 minuten duren als je ze echt zou
voordragen dus voorzie voldoende tekst.
- Deze dia’s lichten elks een ander onderdeel van jou toe.
- Pas de kleuren van je presentatie aan naar kleuren die jij vindt die bij je passen.
- Denk hierbij aan de kleur van de achtergrond, de tekst, ...
- Maak gebruik van beelden om je woorden bij te staan
- Houd rekening met de regels van een goede presentatie